Domeinen

Bestuur, Dienstverlening en Bedrijfsvoering

Doel 10.1.1 Algemene dekkingsmiddelen

We voeren een solide financieel beleid

Beschrijving

We willen een financieel gezonde gemeente zijn en voeren daarom een solide financieel beleid. Dat betekent dat we snel kunnen reageren op veranderingen in de samenleving en de gevolgen voor onze financiën. Elk half jaar bekijken we hoe de vlag erbij hangt. We actualiseren dan ons financieel meerjarenperspectief en maken een risico-inventarisatie. Aan de hand daarvan beoordelen we of ons weerstandsvermogen op orde is en of we onze begroting moeten bijsturen.  

Inwoners en bedrijven die producten en diensten van ons afnemen, betalen ons daarvoor vastgestelde tarieven. In de tarievennota staat in hoeverre deze tarieven kostendekkend zijn. De meeste inkomsten ontvangen we echter uit het gemeentefonds. Het bedrag dat we daaruit ontvangen, bepaalt voor een groot deel de hoogte van onze algemene dekkingsmiddelen. Een hoger of lager bedrag uit het gemeentefonds heeft dan ook direct invloed op ons financieel meerjarenperspectief. Als een verlaging leidt tot een tekort, moeten we maatregelen nemen om het tekort zo snel mogelijk aan te vullen. Ontvangen we een hoger bedrag uit het gemeentefonds, dan komen we met voorstellen hoe we dit voordeel kunnen inzetten.  

Het financieel beleid over de lokale heffingen, financiering, winstuitkeringen, ons weerstandsvermogen en de risico’s staat in onderstaande teksten uitgelegd.

Criteria

We voeren een solide financieel beleid. Dat doen we op zo’n manier dat:

  • We beleidsintensiveringen in eerste instantie binnen de bestaande kaders vinden.
  • Ons weerstandsvermogen om risico’s op te vangen op peil is. We hebben hiervoor een normratio van 0,8. Dat is afgesproken in de nota risicomanagement en weerstandsvermogen (november 2018). We versterken ons weerstandsvermogen als sprake is van een situatie waarin de onzekerheden groot zijn.
  • Onze risico’s van deelnemingen in verbonden partijen beheersbaar zijn. Het gaat hier over de aandelen die we hebben van verschillende organisaties.
  • We financiële meevallers allereerst inzetten om ons weerstandsvermogen te versterken (als dat nodig is). Daarna zetten we meevallers in voor investeringen en ontwikkelingen in de stad.
  • We voor langjarige opgaven structurele financiering zoeken.
  • We kritisch naar de bestaande begroting kijken of daar budgetruimte is te scheppen.
  • We jaarlijks een expliciete afweging maken in hoeverre we loon- en prijscompensatie toepassen op budgetten en tarieven en we passen onze ambities hier op aan.
  • Tarieven in principe kostendekkend zijn.
  • We de rentekosten beheersen en verlagen en de risico’s die daarmee samenhangen beperken. De renterisiconorm ligt op 20% of lager.

Portefeuillehouder(s)

Paul Guldemond

Afwijkingen op activiteiten Berap 2023-2

Rentemutaties taakveld Treasury

Aanvullende inkomsten

2195000

Door de sterk opgelopen korte rentepercentages in geheel 2023, in combinatie met een fors overschot aan liquide middelen is er dit jaar sprake van behoorlijke extra rentebaten. In de 1e Berap hebben we reeds € 1.500.000,- als extra rentebaat gemeld. De tendens van rentestijgingen heeft zich de afgelopen maanden dus nog verder voortgezet, waardoor we momenteel verwachten daar bovenop nog een extra rentebaat van € 2.175.000,- in 2023 te realiseren.

Omdat we daarnaast geen langlopende geldleningen zullen aantrekken in 2023 zijn er minder bijkomende kosten, zoals bijvoorbeeld geldmakelaarskosten. Hierdoor zullen deze lasten naar verwachting zo'n € 20.000,- lager zijn dan begroot.

Hogere bijdrage GBLT

Aanvullende uitgaven

197000

Op 19 juni heeft de raad besloten geen zienswijze in te dienen op de begrotingswijziging 2023 GBLT. De hogere bijdrage voor de gemeenten bestaat voornamelijk uit het hogere aantal bezwaren en personele ontwikkelingen op de afdeling waarderen. Het aantal bezwaren is uiteindelijk hoger uitgekomen dan verwacht tijdens het opstellen van de begrotingswijziging waardoor de bijdragen van de gemeenten verder stijgen. Voor Zwolle gaat het om een hogere bijdrage van € 270.000,-. Hiervan wordt € 26.000,- terugontvangen via de compensabele BTW en € 47.000,- doorbelast aan afval en riool. Bij afval en riool wordt deze onttrokken aan de betreffende voorziening. Per saldo komt er een bedrag van € 197.000,- ten laste van de algemene middelen.

OZB opbrengst 2023 en voorgaande jaren

Aanvullende uitgaven

1290000

Nu het grootste deel van de aanslagen 2023 zijn opgelegd, de bezwaren en beroepen 2022 nagenoeg zijn verwerkt is de prognose dat er over 2023 en voorgaande jaren een voordeel ontstaat van € 1.290.000,-. Dit voordeel ontstaat voornamelijk bij de OZB niet-woningen en over de jaren 2022 en 2023. Voornaamste reden is dat het gereserveerde bedrag voor verminderingen 2022 achteraf te hoog is. Gevolg is dat ook in 2023 er meer op aanslag gaat dan begroot. Verwachting is dat het gereserveerde bedrag voor verminderingen 2023 ondanks het aanzienlijk hogere aantal bezwaren in 2023 voldoende is. Daarnaast is het areaal hoger dan begroot en de leegstand lager dan begroot. Samen dus voor de jaren 2019 - 2023 een voordeel van € 1.290.000,-.  
De gevolgen hiervan voor 2024 en verder, ruim € 650.000,- positief, is verwerkt in de begroting 2024 en verder.

Storting in reserve SIA

Budgettair neutraal

Bij het opstellen van de begroting 2023 is de structurele verhoging van de SIA van € 500.000,- op een concernstelpost geraamd. In 2023 wordt er nog geen beroep op deze post gedaan en wordt de eenmalige vrijval toegevoegd aan het Investeringsfonds SIA.

Vrijval concernstelposten

Lagere uitgaven

7430000

Het afgelopen jaar zijn diverse ontvangen gelden voor loon- en prijsaanpassing en risicoreserveringen voor hogere kostenontwikkelingen geparkeerd op concernstelpost in afwachting van de nadere informatie. Via de eerste berap van 2023 is een deel aangewend voor hogere loonkosten en hogere subsidie aan maatschappelijke instellingen.
In Berap II zijn de hogere lasten voor o.a. verbonden partijen meegenomen bij de betreffende doelen. Daarnaast verwachten we hogere energielasten van € 970.000,- op de onderdelen openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en huisvesting gemeentelijke organisatie.
Hierdoor kan de concernstelpost van € 8.400.000,- vrijvallen, per saldo een voordeel van € 7.430.000.

Project en reservedoorlichting

Lagere uitgaven

1542305

Op basis van de jaarlijkse project- en reservedoorlichting zijn restantmiddelen ouder dan 3 jaar heroverwogen.
Deze doorlichting was nadrukkelijk geen heroverwegingsoperatie. Dat wil zeggen: er is nu niet onderzocht/in beeld gebracht of activiteiten/projecten gestopt of afgeschaald konden worden. Deze heroverwegingsoperatie maakt wel onderdeel uit van de doorontwikkeling van de P&C cyclus waarin de begrotingsprogramma’s doorgelicht gaan worden. De doorlichting heeft tot resultaat dat er een incidenteel bedrag van € 1.542.305,- aan vrijval kan worden gerealiseerd ten gunste van de algemene middelen.

Vrijval concernstelpost lasten kapitaalgoederen

Lagere uitgaven

925000

Bij de begroting 2023 is een stelpost gevormd voor de dekking van toekomstige onderhoudskosten aan kapitaalgoederen in afwachting van de nota kapitaalgoederen. De nota kapitaalgoederen is onderdeel van de begroting 2024. Het in 2023 resterende bedrag van € 925.000 op de stelpost kan vrijvallen.

Integraal bestedingsvoorstel vluchtelingen en asielzoekers

Lagere uitgaven

1389869

Op het gebied van opvang worden in Zwolle voor verschillende groepen vluchtelingen veel inspanningen verricht. Het gaat om o.a. opvang van Oekraïense vluchtelingen en van alleenstaande minderjarige vluchtelingen, crisis noodopvang voor asielzoekers, realisatie van zowel een tijdelijke als een permanente Regionale Opvang Locatie (ROL) en huisvesting en inburgering van statushouders. De instroom van asielzoekers blijft naar verwachting groot. Het beroep dat de landelijke overheid hierin doet op de gemeenten, inclusief Zwolle, is dat ook.

De inspanningen in de afgelopen periode zijn grotendeels via een crisisaanpak gerealiseerd. Om regie te kunnen voeren op de opgave vluchtelingen en de vraagstukken daarbinnen in samenhang te kunnen blijven afwegen, is het nodig om vanuit een crisisstand toe te werken naar meer stabiliteit. Een meer langere termijn aanpak draagt daaraan bij. Naast de huisvestingsvraag wordt de verbinding gezocht met onderwerpen als wonen, werken, onderwijs, inburgering, participatie en zorg. In de aanpak vinden we het belangrijk om mee te wegen wat de draagkracht van onze inwoners en organisaties is wanneer de vluchtelingenstroom (gestaag) blijft toenemen. Daarom zijn er in juni stadsdialogen georganiseerd en hebben we met inwoners en organisaties gesproken over de opgave waarvoor we staan en gepeild wat dit betekent voor de stad zodat we daarmee rekening kunnen houden in de aanpak voor de langere termijn.

Om toe te werken naar een meer langere termijn aanpak zijn er 3 scenario’s uitgewerkt gebaseerd op de toenemende vraag naar huisvesting en opvang. Met college en raad zijn de scenario’s opiniërend besproken waarbij scenario (2) er als voorkeursscenario is uitgekomen op basis waarvan de aanpak voor de opgave vluchtelingen nu wordt uitgewerkt. De aanpak richt zich erop dat we de komende jaren uitvoeren wat er reeds besloten is. We voldoen daarmee aan wettelijke verplichtingen ten aanzien van opvang van vluchtelingen en inburgering en huisvesting van statushouders en daarnaast blijven we solidair met de opgave. We nemen onze verantwoordelijkheid en doen meer dan van ons gevraagd wordt, maar maken ook keuzes. Regie voeren op de opgave vluchtelingen betekent namelijk ook dat we niet iedere vraag die op ons afkomt gaan faciliteren. Gezien de prognoses m.b.t. de asielinstroom en Oekraïense vluchtelingen bestaat de kans dat er geen keuze is en gemeenten bijvoorbeeld opnieuw gedwongen worden om in te zetten op (langdurige) crisis noodopvang. Dit draagt niet bij aan het creëren van een stabiel en flexibel opvanglandschap (uitvoeringsagenda Flexibilisering Asielketen). De focus houden op een aanpak gericht op door- en uitstroom van kansrijke asielzoekers en statushouders en het maken van keuzes daarbinnen blijft dan ook nodig.

Als gevolg van de aanpak verwachten we dat er op een aantal (met name maatschappelijke) thema’s knelpunten gaan ontstaan de komende jaren. In de definitieve uitwerking van de lange termijn aanpak opgave vluchtelingen wordt inzichtelijk gemaakt welke interventies als extra inzet en/of middelen nodig zijn. Het beroep op het sociaal domein en de interne organisatie neemt daardoor toe.

2023

2024

2025

2026

2027

Opvang Oekraïense vluchtelingen

lasten
baten

385.059
-12.135.059

0
0

0
0

0
0

0
0

Crisisnoodopvang

lasten
baten

1.650.000
-1.600.000

0
0

0
0

0
0

0
0

Regionale opvang Meeuwenlaan

lasten
baten

967.000

160.000

160.000

160.000

0

Huisvesting en inburgering statushouders

lasten
baten

307.000
-232.000

1.819.336

1.933.187

2.017.916

1.754.858

Organisatiekosten algemeen

lasten
baten

332.000

227.417

287.417

135.000

Totaal

-10.326.000

2.206.753

2.380.604

2.312.916

1.754.858

De vrijval van middelen in 2023 van € 10.326.000 wordt voor € 8.655.000 gereserveerd voor de dekking van de kosten in de jaren 2024 tot en met 2027. Per saldo valt er € 1.671.000 vrij, waarvan € 1.390.000 in 2023 en het restant van € 281.000 in 2024.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2023 15:00:20 met de export van 11/15/2023 14:48:55